[subcontent;block=div] [subcontent.content]

Twee sterren voor 't Koetshuis | Marie-José Urlings | West Veluwe

Datum: 30-08-1990

 

Ine Droogh-Goossens mikt op twee sterren voor 't Koetshuis: "Ik vond het meteen zó mooi...."

Het heeft zo moeten zijn. Dit is de vaste overtuiging van Ine Droogh-Goossens, de nieuwe directeur van 't Koetshuis in Rhenen. Het was liefde op het eerste gezicht, al stond het restaurant op het moment van kennismaking in de steigers en moest de opzichter het frêle vrouwtje naar binnen dragen. Dit was de droom die zij mee zou verwezenlijken. Een droom waarop ze zich met alle energie en de in dik twintig jaar opgedane vakkennis kan en zal werpen. Al ontbreek  het de 43-jarige directeur bepaald niet aan werkelijkheidszin en nuchtere zakelijkheid, wat haar betreft wezen de tekenen erop.

"Ik ben niet bijgelovig, eerder nuchter. Ik ben een leeuw (sterrenbeeld) en heb als ascendant schorpioen. Mijn staf bestaat voor een groot deel ook uit schorpioenen, dat zijn gedreven vakmensen. Mijn geluksgetal is 47 en de cijfers 4 en 7 staan sterk in relatie met 't Koetshuis. De Zwitserse eigenaar Henri Frisch begon in mijn geboortejaar 1947 en bracht het tot twee Michelin-sterren. Ik ben hier in de 47ste week van het jaar aangekomen. Onder aan de weg staat een wegwijzer met Elst 7 en Veenendaal 4 kilometer," somt Ine veelbetekend op.

Eigenlijk vanaf het moment dat A.Knijnenburg, voormalig eigenaar van de gerenommeerde Bilderberggroep, het pand in 1988 kocht, was 't Koetshuis niet meer uit haar gedachten. Al had ze er toen nog geen blik op geworpen. "Ik heb Knijnenburg meteen gebeld, maar de plannen waren toen nog zo prematuur". Samen met zijn echtgenote begon Knijnenburg aan een rigoureuze verbouwing, waarbij kosten noch moeite werden gespaard.

Ine, die ruim twintig jaar samen met haar ex-echtgenoot in Noordwijk restaurant De Graaf van het Hoogveen (met een Michelinster) dreef, ging daar weg. Ze begon een gastronomisch adviesbureau, werkte als culinair verslaggeefster bij Avant Garde en had sollicitaties lopen bij restaurant Lauswolt in Beetsterzwaag. In november vorig jaar, op weg naar Nijmegen, deed ze even Rhenen en 't Koetshuis aan. "Ik was terstond verkocht. Kon het niet meer van me afzetten. Ik vond het zó mooi. Ik heb direct Knijnenburg weer gebeld en kon meteen beginnen." Zonder een moment te aarzelen zegde ze alles af en vertrok spoorslags naar Rhenen. Daar naderde de verbouwing haar voltooïing, waarmee volgens Ine een 'kunstwerk tot stand is gebracht.'

"Vooral mevrouw Knijnenburg, die 'moeder overste' werd genoemd in die periode, heeft veel gedaan. Het echtpaar kende de juiste mensen, waardoor alles het neusje van de zlam is. Walda Pairon bijvoorbeeld, een Belgische decoratrice, met een enorme kennis van antiek. Met iets dat grenst aan bezittertrots laat Ine het bereikte zien.

Contrasten

Ze wijst op het (bekroonde) tafelzilver van Robbe & Berking, het in Nederland nog onbekende uit Oostenrijk afkomstige Riedel glaswerk, de driedubbele gordijnen van de fijnste Italiaanse weefstof, de subtiele contrasten tussen klassieke, strakke eenvoud en strategisch opgesteld antiek. De bijna etherische kroonluchters van Italiaans ontwerp met echte en brandende kaarsen, de zilveren stolp en de vernuftige wijnhouders die elke gewenste temperatuur minimaal vijf uur vasthouden. "Zonder geknoei met ijsblokjes", constateert ze praktisch en draaft alweer verder op haar in fraai gedecoreerde nylons gestoken benen.

De koperen sloten naar het terras worden geopend en het nieuwe, aangebouwde, gedeelte wordt van de buitenkant getoond. Dat dit prima harmonieert met het bestaande pand spreekt vanzelf. Overal staan kuipen en bakken met grote planten. Ook binnen.

Gedrevenheid

"Ik houd van drama", bekent ze, haar handen door de weelderige vloed klimop op een in fraaie symmetrie opgemaakte tafel halend. Bijna barok met verfijnde eenvoud. En veel lef. Het geheel ademt een ongekende, bijna niet in deze zakelijke tijd passende, luxe en daarin schijnt Ine zich zeer wel te bevinden. In haar illustere voorganger Henri Frisch, die zich mocht verheugen in regelmatige bezoeken van het koninklijk huis, spiegelt ze zich. "Ik heb dezelfde gedrevenheid". "Die man was een instituut , een begrip. Hij kreeg en hield vele jaren twee Michelin-sterren, was de eerste die een rôtisserie begon en werd bovendien als een van de eersten lid van de Alliance Gastronomique Néerlandaise". In zijn tijd hoefde je niet te proberen zonder stropdas en 'ongekleed' binnen te komen, daar zag Frisch zelf op toe. Je kwam trouwens niet zomaar binnen. Bellen en dan maar hopen dat je werd toegelaten.

Symmetrie

Kordaat keert ze terug naar hier en nu. De oranjerie, bereikbaar door een overdekte glazen gang zodat het personeel niet vanuit een hete keuken door de buitenlucht hoeft, biedt reden tot jaloezie voor een bloemist. Metershoge potplanten, rondom glas, rieten stoeltjes en (inmiddels herkenbare symmetrie) twee robuuste kooien met exotische vogels. "Hier geven we 's zondags Engelse High Tea's", licht ze zakelijk toe. Voort gaat het weer, nu naar het tegenover de oranjerie gelegen châlet. Haar onmiskenbare hang naar perfectie demonstererend moppert ze over de bladeren op het verder onberispelijke gazon. "Dat heb je met al die bomen. Trouwens de pauwen, die ik zo verschrikkelijk mooi vind en per se wilde hebben, kunnen lelijk schreeuwen", zegt ze de deur naar het châlet openend. "Het is heel anders dan het restaurant", waarschuwt ze, alvorens voor te gaan in een smaakvol ingerichte huiskamer. Op het terras ontdekt ze op het tafelkleed, met hetzelfde fijne bloemmotief versierd als het in 't Koetshuis gebruikte servies, wat blaadjes. Al pratend veegt ze die weg, ontdekt dat er wat amper zichtbare plekjes overblijven en graait vervolgens het kleed van tafel voor de was.

Hotel

Voralsnog is het châlet de enige logeeraccomodatie van 't Koetshuis. Binnenkort wordt een begin gemaakt met de bouw van een vijfsterren hotel met honderenvijf suites. In eerste instantie blijft 't Koetshuis een restaurant waar chef-kok Jannis Brevet de culinaire verantwoording draagt. Brevet stond nummer één op het lijstje van Ine, evenals Maître d'hotel Gert-Jan den Hartog en sommelier William Harink. Zelf is ze een autodidact, die het beoefenen van een on-Nederlandse verwencultuuur in de praktijk leerde. "Ik heb alle afdelingen gehad, maar wijn is mijn passie". Daarin geniet ze faam. Een paar jaar geleden ontving ze in New York een prijs voor de 'mooiste wijnkaart ter wereld'. "Ik voelde me net Madonna daar op de Bühne".

Auteur: Marie-José Urlings | West Veluwe